Meldcode huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik
Wij volgen de wettelijke meldcode inzake huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik. Deze is bedoeld voor de veiligheid van onze klanten en hun gezinsleden en ons zelf.
In onze praktijk hebben wij een (klachten)functionaris mw. Marleen Stoel (contactgevens zie onder) zij neemt ook in het kader van een melding een onafhankelijke positie en kent de correcte handelingswijze inzake huiselijk geweld, seksueel geweld en kindermishandeling.
Wij gaan uiterst zorgvuldig en volgens de wettelijke richtlijnen om met alle gegevens van onze cliënten/patiënten. Wij volgen de basisprotocollen die beschreven staan in de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
De twee wettelijke meldrechten voor huiselijk geweld en voor kindermishandeling bieden de fysiotherapeut en de psychosociaal therapeuten met een beroepsgeheim of een andere zwijgplicht, het recht om een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld te melden, ook als zij daarvoor geen toestemming hebben van hun cliënt. (Zie voor de wetteksten artikel 53 lid 3 Wet op de jeugdzorg en artikel 21d lid 3 Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze beide wettelijke meldrechten maken een inbreuk mogelijk op het beroepsgeheim )
In het cliënten/patiënten dossier kan in het kader van deze veiligheid in gezondheid gevraagd worden naar (aantal en leeftijd) van aanwezige minderjarige kinderen of minderjarige kinderen die onder het toezicht of toevertrouwen van de cliënt/patiënt staan.
Begripsomschrijving van huiselijk geweld en kindermishandeling:
Voor het begrip kindermishandeling is aansluiting gezocht bij de begripsomschrijving in de Wet op de jeugdzorg en in de komende Jeugdwet.
We wijzen er daarbij op dat het ook als een vorm van kindermishandeling wordt gezien als een kind getuige is van huiselijk geweld tussen zijn ouders of tussen andere huisgenoten.
Voor het begrip huiselijk geweld hanteren wij de definitie in de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Onder deze begripsomschrijving vallen uitdrukkelijk ook: huwelijksdwang, eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking, ouderenmishandeling en seksueel geweld.
Niet de locatie maar de relatie is bepalend
Het gaat bij de definities van huiselijk geweld en kindermishandeling om de relatie tussen pleger en slachtoffer en niet om de locatie waar het geweld plaats vindt. Zo valt het geweld tussen twee partners die een lat -relatie hebben onder huiselijk geweld en er is sprake van kindermishandeling als een kind getuige is van geweld tussen zijn ouders, ook als deze ouders op verschillende adressen wonen.
Uiteraard bespreken we signalen met de cliënt/patiënt.
En als we samen of de cliënt/patiënt ondersteuning nodig heeft bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de cliënt,/patiënt kunnen we onze functionaris raadplegen of een deskundige collega en/of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld.
Werkwijze:
- We leggen de cliënt /patiënt het doel uit van het gesprek uit;
• de feiten die we mogelijk hebben vastgesteld en de waarnemingen die we hebben gedaan en
• een open uitnodiging aan de cliënt /patiënt om een reactie hierop te geven
De KNMG Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld vraagt van artsen om altijd ook advies in te winnen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld
Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de cliënt, is alleen mogelijk als:
- er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid van de cliënt, die van u zelf, of die van een ander in het geding is, of zou kunnen zijn;
- als er goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt door dit gesprek het contact met u zal verbreken en dat de cliënt daardoor niet voldoende meer kan worden beschermd tegen het mogelijk geweld.
Melding in de verwijsindex risicojongeren
bedreiging van de risicojongeren.
NB: Een melding in de verwijsindex is bedoeld om beroepskrachten die betrokken zijn bij ‘risicojongeren’ bij elkaar te brengen zodat ze hun interventies op elkaar af kunnen stemmen en niet langs elkaar heen werken. Een melding in de verwijsindex is geen alternatief voor het doen van een melding van kindermishandeling bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.
Voor meer informatie over de verwijsindex risicojongeren en het wettelijk meldrecht voor meldingen in de verwijsindex zie www.verwijsindex.nl.
Melden en bespreken met de cliënt /patiënt
Indien wij de cliënt/patiënt niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling kunnen beschermen of wij twijfelen aan voldoende bescherming hiertegen te kunnen bieden:
- dan melden wij het vermoeden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of bij het Steunpunt Huiselijk Geweld;
- wij sluiten onze melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geven duidelijk aan indien de informatie die wij melden (ook) van anderen afkomstig is;
- Wij overleggen de melding met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld en doen wat we na de melding, binnen de grenzen van onze gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kunnen doen om onze cliënt/patiënt en zijn gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen.
Wij bespreken onze melding vooraf met onze cliënt/patiënt (vanaf 12 jaar) en of met de ouder (als de cliënt nog geen 16 jaar oud is).
- we leggen uit waarom we van plan zouden zijn een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is;
- we vragen de cliënt/patiënt uitdrukkelijk om een reactie;
• in geval van bezwaren van de cliënt, overleggen we op welke wijze we tegemoet kunnen komen aan deze bezwaren;
• is dat niet mogelijk, dan wegen we de bezwaren af tegen de noodzaak om onze cliënt/patiënt of zijn gezinslid te beschermen tegen het geweld of de kindermishandeling. Wij betrekken in onze afweging de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de cliënt/patiënt of zijn gezinslid door het doen van een melding daartegen te beschermen; - we doe een melding indien naar ons oordeel de bescherming van de cliënt /patiënt of zijn gezinslid de doorslag moet geven
Van contacten met de cliënt /patiënt over de melding kunnen wij afzien:
- als er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid van de cliënt,, patiënt, die van ons zelf, of die van een ander in het geding is, of zou kunnen zijn;
- als wij goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt /patiënt daardoor het contact met u zal verbreken.
We kunnen zo nodig met een deskundige collega overleggen of in overleg blijven en ook eventueel advies vragen aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, aan het Steunpunt Huiselijk Geweld of aan een deskundige op het gebied van letselduiding, als er behoefte is aan meer duidelijkheid over (aard en oorzaak) van letsel.
Met name in de (para)medische sector kan het van belang zijn dat we een deskundige inschakelen op het gebied van letselduiding.
De uitkomsten van de collegiale consultatie en/of het gegeven advies leggen we vast in het cliëntdossier/patientdossier.
De KNMG Meldcode is leidend in onze praktijkvoering.
Geweld in de zorg – of onderwijsrelatie
Geweld in de zorg – of onderwijsrelatie, gepleegd door een professional ten opzichte van een cliënt of een leerling, valt buiten het bereik van de meldcode. In dat geval zijn andere wetgeving en andere stappen aan de orde, zoals het informeren van de leidinggevende en/of de directie en het inschakelen van de betreffende inspectie. In de jeugdzorg en de kinderopvang geldt een meldplicht in geval van signalen van seksueel misbruik en andere vormen van geweld. Het onderwijs kent een meldplicht in geval van een vermoeden van een zedenmisdrijf gericht tegen een minderjarige leerling dat is gepleegd door een medewerker van de school. Op dit moment (september 2013) is wetgeving in voorbereiding waardoor er in de gezondheids- zorg en in de maatschappelijke ondersteuning ook een meldplicht voor professionals zal gaan gelden als zij binnen hun organisatie geweld signaleren tussen een beroepskracht en een cliënt.
Geweld tussen cliënten of leerlingen
Signalen over mogelijk geweld gepleegd tussen cliënten, zoals bijvoorbeeld geweld tussen bewoners van een instelling, tussen bewoners van een gezinshuis, of tussen leerlingen op een school, valt niet onder het stappenplan van de meldcode. Deze signalen behoren te worden gemeld bij de leidinggevende of de directie.
NB: De signalen van mogelijk geweld vallen wél onder de meldcode als het geweld zich afspeelt tussen partners die beiden in een instelling verblijven, bijvoorbeeld als echtgenoten samen in een verpleeghuis, een gezinshuis of een andere instelling wonen.
Cliënt als slachtoffer, getuige of pleger
De cliënt, dit wil zeggen de persoon met wie de beroepskracht professionele contacten onder- houdt, zal niet altijd het slachtoffer zijn van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. De cliënt kan ook als vermoedelijke pleger, of in geval van een jeugdige cliënt, als getuige, bij het huiselijk geweld of de kindermishandeling betrokken zijn. Ook in dat geval zijn de stappen van de meldcode van toepassing.
Huiselijk geweld en kindermishandeling in relatie tot dierenmishandeling
Waar sprake is van huiselijk geweld of kindermis- handeling is soms ook sprake van dierenmishandeling. In dat geval kan contact worden gezocht met het meldnummer 144 voor dieren in nood ‘144 red een dier’.
‘Huiselijk geweld en kindermishandeling gepleegd door beroepskrachten vallen niet onder het bereik van dit basismodel’
(klachten)functionaris van Rogier van Luijk (IONOI)
Mevrouw M.G. Stoel , logistiek medewerker belastingdienst academie en ervaringsdeskundige communicatie NLP (opgeleid NLP) en veiligheidskwesties.
Contactgegevens
Mail: mgstoel@home.nl