Hoe gaat het met de Jehovah's?

Hoe gaat het met de Jehovah's?

Wat heeft de aandacht voor misbruik binnen de geloofsgemeenschap teweeggebracht bij de leden? Na een jaar doen kritische jehovah’s hun verhaal.

Het was een eerste, voorzichtige daad van verzet: het moment dat Rafaël een brief met een vraag over seksueel misbruik in de brievenbus liet vallen, geadresseerd aan zijn gemeente van Jehova’s Getuigen. Zomaar het gesprek openen tijdens een bijeenkomst in de Koninkrijkszaal – zo heten de kerken van de getuigen – zag hij niet zitten. Overigens is hij ook niet zo’n trouwe bezoeker meer.

Hij had al langer twijfels over het misbruikbeleid van de getuigen. De artikelen die Trouw een jaar geleden publiceerde over hoe de gemeenschap omgaat met seksueel misbruik, bevestigden wat hij eigenlijk al wist. Uit onderzoek van deze krant bleek dat kinderen niet goed worden beschermd en daders van seksueel misbruik vaak vrijuit gaan.

Het duurde maanden voor Rafaël antwoord kreeg op zijn vragen. De ouderlingen reageerden volgens hem vrijwel niet inhoudelijk, maar noemden een bijbeltekst waarin staat dat de wereld in de macht van de goddeloze ligt, waarmee de Satan wordt bedoeld. “Dat soort generalisaties moeten de aandacht afleiden van details”, zegt hij. “Daarmee kan je elk argument van tafel vegen.”

Sindsdien is hij bezig met wat hij noemt ‘een milde vorm van ondergronds activisme’. “Als de organisatie wist wat ik de afgelopen periode allemaal heb gedaan, was ik allang uitgesloten. Ik betreur het wel dat ik maar weinig mensen in vertrouwen kan nemen over de beerput die open is gegaan, waar binnen de organisatie nog steeds niet over mag worden gesproken.” Vandaar dat hij, net als de andere getuigen in dit artikel, zijn verhaal niet onder zijn eigen naam durft te doen.

© Kwennie Cheng

Tweede Kamer

Het is nu een jaar geleden dat de eerste artikelen over het onderzoek naar misbruik bij de Jehovah’s Getuigen in deze krant verschenen. Dat roept de vraag op wat er de afgelopen tijd is veranderd binnen de organisatie, die in Nederland een kleine 30.000 gelovigen telt. Daar is tot nog toe weinig over bekend.

Over wat er buiten de muren van de vierhonderd Koninkrijkszalen in Nederland gebeurde, is juist veel geschreven. Volgens Reclaimed Voices, de stichting die is opgericht om slachtoffers te ondersteunen, hebben ten minste zes van de ruim driehonderd slachtoffers die zich bij hen gemeld hebben, aangifte gedaan.

Ook laat de politiek van zich horen. De Tweede Kamer stemde een maand geleden unaniem in met een motie om een onafhankelijk onderzoek naar misbruik binnen de Jehovah’s Getuigen af te dwingen, omdat de organisatie weigert dat zelf te initiëren. Minister Sander Dekker van rechtsbescherming kan niet anders dan daarin meegaan, laat zijn woordvoerder desgevraagd weten. In het najaar wordt meer bekend over het hoe en wat.

In het afgelopen jaar is het Nederlandse bestuur van de organisatie meerdere keren op gesprek geweest bij het ministerie. Voor een van die gesprekken is een lid van het hoofdkantoor ingevlogen vanuit de Verenigde Staten. Begin dit jaar publiceerde het genootschap een nieuw beleidsdocument met uitleg over het misbruikbeleid in Nederland, voor leden die vragen hebben.

Uit het document, dat Trouw kreeg van de leden, blijkt dat de organisatie haar regels heeft aangepast, al staat in een begeleidende brief dat het beleid stoelt op een standpunt dat de organisatie ‘al jarenlang inneemt’. Er zijn duidelijke verschillen met eerdere beleidsstukken en het ouderlingenboek, waarover deze krant vorig jaar berichtte.

De Jehovah’s Getuigen zeggen bijvoorbeeld voor het eerst expliciet dat het interne rechtssysteem waarmee zij misbruik afhandelen niet als vervanging, maar als aanvulling op de Nederlandse rechtsstaat dient. Dat is bijzonder, gezien de angst binnen de organisatie voor de ‘goddeloze’ buitenwereld.

Het gevolg van die angst is dat leden maar zelden naar de politie gaan. Uit de verhalen van slachtoffers en ex-leden bleek vorig jaar ook dat zij bang zijn de organisatie een slechte naam te bezorgen. Illustratief was de uitspraak van een kringopziener, zoals een controleur van de gemeentes van Jehovah’s Getuigen wordt genoemd, over een van de slachtofferverhalen in Trouw. “Ik vind dat we dit soort zaken heel goed moeten behandelen en het is mooi als je dat intern kan doen.”

© Kwennie Cheng

Aangifte doen

Nu lijkt de organisatie van koers te zijn veranderd. In het document staat dat het landelijk bestuur de ouderlingen, leidinggevenden die verantwoordelijk zijn voor het intern afhandelen van misbruik, gaat instrueren om aangifte te doen wanneer er kinderen gevaar lopen.

Jehovah’s Getuigen Pieter en Mariëlle vinden dat een verbetering. “Maar het is toch absurd dat je dat op moet schrijven in een beleidsstuk? Dat geeft al aan hoe de geschiedenis is geweest. Aangifte doen was not done omdat het de reputatie van de organisatie schaadt”, zegt Pieter, die zelf ouderling is geweest in zijn plaatselijke gemeente.

Pieter en Mariëlle weten in hun omgeving van in ieder geval twee mensen die zeggen slachtoffer te zijn van seksueel misbruik. “Maar ik verwacht niet dat ze aangifte doen”, zegt Pieter. “Het is moeilijk te begrijpen als je niet in zo’n cultuur bent opgegroeid. Maar kritiek op de organisatie staat gelijk aan kritiek op God.”

Getuigen zijn volgens hem bang voor twee dingen: armageddon (de vernietiging van al wat kwaad is in Jehovah's ogen, aan het einde der tijden) en uitsluiting. In de regels van de getuigen staat dat wie zijn broeder of zuster onterecht beschuldigt, uit de organisatie wordt gezet vanwege smaad en laster. Pieter: “Deze uitsluitingsregeling maakt het moeilijk iemand te beschuldigen. Want als je dat niet hard kunt maken, ga je zelf nat.” Daarover staat niets in het nieuwe document.

© Kwennie Cheng

Tweegetuigenregel

Andere verschillen met eerder beleid zijn dat de Jehovah’s Getuigen ouders van minderjarige kinderen gaan waarschuwen als er een schuldig bevonden misbruikpleger in de gemeente komt. Misbruikers worden alleen uitgesloten als zij geen berouw tonen van hun daden. Als zij wel spijt hebben, krijgen ze restricties opgelegd zoals niet meer openlijk mogen bidden in de dienst.

Stichting Reclaimed Voices onderschrijft de kritiek van de vier Jehovah’s Getuigen in dit verhaal. Ze verwacht niet dat het nieuwe beleid iets gaat veranderen. “Er staat bijvoorbeeld niets in over de tweegetuigenregel: er komt pas een interne zaak als er twee getuigen zijn die de verdachte van misbruik beschuldigen of als de dader bekent”, zegt Frank Huiting, ex-lid en vertegenwoordiger van de stichting. Hij noemt het document een ‘wassen neus’.

Reclaimed Voices heeft een uitgebreid commentaar op het beleid gepubliceerd op haar website. Daarin noemen ze de tweegetuigenregel een ‘struikelblok’, en het feit dat de ouderlingen slachtoffers moeten informeren over hun recht om aangifte te doen ‘te passief’. De bijbeltekst achter dat tekstgedeelte, dat ieder zijn eigen lasten moet dragen, speelt ook mee. Het wijzen op eigen verantwoordelijkheid maakt het voor getuigen juist moeilijk iets te doen wat tot voor kort niet mocht. “Eigenlijk zeggen ze: als je aangifte doet, zijn de consequenties voor jou”, zegt Huiting.

Wat ook nieuw is aan het beleid, is dat er nu expliciet wordt gezegd dat psychologische hulp zoeken ‘een persoonlijke keuze’ is. Daar ligt binnen de religieuze organisatie een taboe op, aldus ex-leden en leden met wie deze krant afgelopen jaar sprak. Ook krijgen slachtoffers nu de mogelijkheid een mentor mee te nemen naar het gesprek met de ouderlingen over het misbruik.

Gewone getuigen hebben in het afgelopen jaar geen veranderingen opgemerkt in de manier waarop over seksueel misbruik wordt gesproken, zeggen Pieter en Mariëlle. Ook getuige Thom (zelf geen slachtoffer) sluit zich bij dat standpunt aan. Ze wijten dat vooral aan de cultuur. “Eigenlijk wordt er niet over misbruik gesproken. Mensen registreren de ophef en staan er niet bij stil. Ik vind het erg dat men doet alsof er niets gebeurd is”, zegt Thom.

Verantwoording aan God

Hij durft alleen in zijn eigen omgeving het misbruikbeleid aan te kaarten, niet hogerop. “Vrijwel de meeste mensen antwoorden: ‘Je moet het in Jehovah’s handen laten rusten.’ En als de organisatie er niet op een goede manier mee omgaat, zeggen zij, dan moeten de mensen die ervoor verantwoordelijk zijn uiteindelijk zelf verantwoording afleggen aan Jehovah.”

Hij vindt dat ‘continu je ogen sluiten voor misstanden niet kan.’ Zelf kiest hij er wel voor om getuige te blijven en van binnenuit mensen te informeren over hoe de organisatie met misbruik omgaat en hen aan te sporen om zelf kritisch te denken. “Als iedereen braaf gehoorzaamt en alles voor zoete koek slikt, zal er nooit iets veranderen.”

Dat komt volgens hem doordat mensen stelselmatig ontmoedigd worden om zelf dingen te onderzoeken. Pieter en Mariëlle, herkennen dat. Zij wijzen op diverse publicaties in de Wachttoren, het interne blad waarin de bijbelstudies staan die Jehovah’s Getuigen gebruiken voor hun geestelijke voeding. Het afgelopen jaar zijn er veel artikelen en passages gepubliceerd over welk nieuws je wel en niet moet vertrouwen.

In het nummer van augustus 2018 staat bijvoorbeeld een artikel met als titel ‘Ken je de feiten?’. Het stuk maant de gelovigen voorzichtig te zijn in hun beoordeling van berichten die hen onder ogen komen. Hen wordt geadviseerd vooral gebruik te maken van de nieuwskanalen van de getuigen zelf, zoals jw.broadcasting, of jw.org waar nieuwsberichten worden geplaatst.

‘We moeten vooral op onze hoede zijn als we berichten horen over Jehovah’s volk,’ staat in het artikel. ‘Vergeet nooit dat Satan de beschuldiger is van Gods trouwe dienaren (Openbaring 12:10). Daarom waarschuwde Jezus dat tegenstanders ‘allerlei boosaardige leugens’ over ons zouden vertellen (Mattheüs 5:11). Als we die waarschuwing serieus nemen, zullen we niet geschokt zijn door ontstellende berichten over Jehovah’s volk.’

“Alles wordt gezien als een aanval”, zegt Pieter. “De leden wordt aangepraat dat ze vervolgd zullen worden vanwege hun geloof. Dus kritiek op de organisatie in de media komt van de Satan, zeggen zij. Terwijl gunstige berichtgeving, als getuigen bijvoorbeeld hulp bieden na een natuurramp, altijd wel onder de aandacht wordt gebracht.”

Dat stoort ook Rafaël. “De organisatie waarschuwt constant voor leugenachtige propaganda van deze wereld, van media die onder Satans invloed staan. Ze zijn ook snel geneigd om verhalen van mensen die zijn uitgesloten propaganda van afvalligen te noemen, die de organisatie willen neerhalen. Je kritisch denkvermogen wordt overgenomen, je wordt gehersenspoeld door alles wat het besturend lichaam in Amerika laat publiceren en vertalen.”

Jehovahbubbel

Als getuigen alleen op hun eigen media varen en alles daarbuiten wantrouwen, komen ze in een soort jehovahbubbel terecht. De eigen werkelijkheid van de getuigen is dat hun beleid goede bescherming aan kinderen biedt, blijkt uit alle publicaties op de website jw.org. En afgaande op de woorden van woordvoerder Michel van Hilten in het Dagblad van het Noorden gaat het bij seksueel misbruik om een ‘handjevol incidenten en meldingen per jaar’.

Datzelfde beeld komt terug in de mails die Trouw na de publicaties vorig jaar kreeg van individuele Jehovah’s Getuigen. De lijn van hun verhaal is dat zij misbruik ten zeerste afkeuren, maar dat de zaken die slecht zijn afgehandeld niet door getrokken moeten worden naar de hele organisatie.

Zij vinden dat de organisatie in veel gevallen juist goed met misbruik omgaat en geven daar voorbeelden van. De getuigen citeren regelmatig passages uit studiemateriaal over het belang dat hun gemeenschap hecht aan de bescherming van kinderen. Ook gebruiken ze bijbelteksten om de krant tot de orde te roepen, zoals: “Maar jij, o mens, die degenen oordeelt die zulke dingen doen terwijl je ze zelf ook doet, denk je soms dat je aan Gods oordeel zult ontsnappen? (Romeinen 2:3).”

Zolang er niets verandert in de cultuur van de organisatie, en de woordvoerder over incidenten blijft spreken, worden kinderen niet goed beschermd, vrezen de vier getuigen. Het nieuwe beleid is dan slechts een papieren werkelijkheid.

Pieter denkt dat het hoofdkantoor in Emmen zich stilhoudt en wacht tot de ophef overwaait. “Ze denken waarschijnlijk: we moeten even de mediastorm door zien te komen en intern de mensen rustig houden.” Hij heeft zijn hoop nu gevestigd op de minister. “Als de overheid niets gaat doen, verandert er helemaal niets.”

Verantwoording

De namen Rafaël, Thom, Pieter en Mariëlle zijn gefingeerd. Zij durven hun kritiek niet onder hun echte naam te uiten omdat ze bang zijn uitgesloten te worden en zo het contact met hun familie te verliezen. Hun echte namen zijn bij de redactie bekend. Vanwege de mogelijke herleidbaarheid zijn ook hun leeftijden niet vermeld.

Verder steunt dit verhaal op een nieuw beleidsstuk dat dit voorjaar is verspreid onder ouderlingen. Ook is gebruik gemaakt van interne documenten die vorig jaar en in de loop van dit jaar met Trouw zijn gedeeld. Omdat veel getuigen ons in vertrouwen gemaild hebben, wordt in dit verhaal niet letterlijk uit hun verhalen geciteerd.

Trouw heeft het bestuur van de Jehovah’s Getuigen in Emmen een lijst van acht vragen voorgelegd. Het bestuur weigert die vragen te beantwoorden.

Lees ook:

Misbruik bij Jehovah's Getuigen

Trouw deed lange tijd onderzoek naar seksueel misbruik bij Jehovah’s Getuigen in Nederland. Uit gesprekken met slachtoffers en (ex-)leden en interne documenten blijkt dat zaken binnenskamers worden afgehandeld, aangifte van misbruik gebeurt bijna nooit.

Jehovah's Getuigen passen hun misbruikbeleid aan, maar de kritiek erop blijft

Een jaar na het onderzoek van Trouw hebben de Jehovah’s Getuigen hun misbruikbeleid aangepast. Vier huidige leden, van wie twee ex-ouderlingen, met wie Trouw sprak over veranderingen in het afgelopen jaar, zeggen dat de manier waarop over misbruik wordt gesproken niet is veranderd.

 

*Bron: Trouw - Marinde van der Breggen en Rianne Oosterom

Leave a reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *